De veiligheidsvoorraad is een bestandsdeel van de bestelgrens en bedoeld om variaties in vraag en leveringen (en in productie-omgevingen ook nog variaties in opbrengst) op te vangen. In dit artikel gaan we in op de basis van de veiligheidsvoorraad en hoe deze wordt berekend.
De veiligheidsvoorraad is een bestandsdeel van de bestelgrens en bedoeld om variaties in vraag en leveringen (en in productie-omgevingen ook nog variaties in opbrengst) op te vangen. Wanneer er geen enkele onzekerheid zou zijn, kan de bestelgrens (B) eenvoudig berekend worden als:
B = vraag per tijdseenheid x levertijd in tijdseenheden.
Zou de vraag naar een product precies zijn zoals verwacht dan was er geen probleem. Echter een wereld zonder onzekerheden is een utopie. In onderstaande figuur geven wij een voorbeeld. Stel dat de vraag naar een product 100 stuks per week zou zijn en de levertijd van de leverancier is precies één week. Dan plaatsen we een bestelling wanneer de voorraad 100 stuks is. De bestelling komt dan precies na één week binnen, juist op het moment dat de voorraad nul is.
Helaas zal dit in de praktijk zelden of nooit voorkomen en zal de vraag gedurende levertijd bijvoorbeeld kleiner zijn dan die 100 (lijn I in de grafiek) en is re nog voorraad wanneer de bestelling binnenkomt. Maar de vraag gedurende de levertijd kan ook groter zijn dan 100 (lijn II) en lopen we buiten voorraad. Voor dit tweede geval willen we veiligheidsvoorraad aanhouden. Analoog hier aan kan het zijn dat de leverancier eerder of later levert dan de toegezegde levertijd. Ook voor het geval dat hij later levert al men extra voorraad willen aanhouden. De bestelgrens B bestaat dus uit
B = gemiddelde vraag gedurende de levertijd + veiligheidsvoorraad.
De algemene formule voor de veiligheidsvoorraad VV geven wij hier weer:
Het linkerdeel onder het wortelteken vangt de vraagonzekerheid op en het rechterdeel vangt de leveronzekerheid op. In veel omgevingen blijkt dat men het rechterdeel van de formule niet meeneemt. Dat is correct als de leverancier altijd eenzelfde levertijd voor het betreffende product hanteert en deze ook altijd realiseert. Als dat niet zo is zal men de variantie in de levertijd van de leverancier moeten berekenen.
Criterium leverbetrouwbaarheid naar de klant
Een punt van aandacht is de definitie van de leverbetrouwbaarheid naar de klant. Dit is namelijk van invloed op de bepaling van de z-waarde in de formule.
De eerste en meest gebruikte definitie van de leverbetrouwbaarheid is het aantal malen dat men buiten voorraad raakt. Wij noemen dit de P1—definitie en drukken we uit in een percentage. Een leverbetrouwbaarheid van 96% wil dan zeggen dat men slechts in 4% van de gevallen buiten voorraad raakt. Een geval is hier een bestelinterval. Wanneer men 50 keer per jaar zou bestellen dan staat een servicegraad van 96% gelijk aan de veronderstelling dat men 2 keer per jaar (0,04 * 50) buiten voorraad wil raken. Zou men maandelijks bestellen dan komt 96% servicegraad overeen met ongeveer in keer in de twee jaar (0,04*12) buiten voorraad raken. De bijbehorende z-waarde zoeken we in het P1-geval rechtstreeks op in een normale verdelingstabel. U ziet dat bestelfrequentie en dus seriegrootte verband houden met de veiligheidsvoorraad. Dit verband komt veel duidelijker naar voren in een tweede definitie (P2) van de servicegraad.
De tweede definitie van de servicegraad is de P2-definitie die bepaalt hoeveel stuks van een bepaald product er direct uit voorraad geleverd worden. Als er per jaar 10.000 stuks geleverd moeten worden aan de klant en er is een servicegraad van 96% vereist, dan wil men dat jaar in totaal 9.600 stuks direct uit voorraad willen leveren. Deze benadering kijkt hoevaak er besteld wordt per jaaren bepaalt vervolgens hoe veel stuks men gemiddeld per cyclus buiten voorraad kan raken. Als er minder vaak besteld wordt is de kans op buiten voorraad raken kleiner dan in gevallen waarbij heel vaak besteld wordt. Het aantal producten dat men buiten voorraad kan raken per bestelinterval vormt de basis voor de berekening van z. We kunnen deze niet meer rechtstreeks bepalen via een normale verdelingstabel maar via een omweg; via een zogenaamde ‘Unit-loss tabel’. Deze legt een verband tussen het aantal producten dat we per bestelinterval te kort komen en z. En de gevonden z-waarde vullen we rechtstreeks in de veiligheidsformule in.
Login om te reageren op dit artikel