Met de nationale voorraaddag 2017 in het vizier gaat professor Ruud Teunter in op de vraag in hoeverre een omnichannel-strategie vraagt om het aanpassen van de voorraadstrategie. Het wordt volgens hem complex als diverse kanalen andere snelheden en prioriteiten hebben.
Steeds meer retailers stappen over naar een multichannel-model, waarbij ze klanten via verschillende kanalen bedienen, zowel via een online webshop als via de fysieke winkels. Leveringen aan fysieke winkels kan vaak efficiënt, omdat het grote hoeveelheden betreft die naar vaste locaties gaan. Online bestellingen daarentegen zijn vaak klein en klanten zijn wijdverspreid. Gezien de verschillen is dit het gemakkelijkst aan te sturen door voor beide kanalen aparte voorraden aan te houden, maar dat is verre van optimaal omdat je dan ‘pooling’ voordelen misloopt.
Beleveren vanuit dezelfde voorraadpunten is dus aan te bevelen, maar welke klanten gaan dan voor? Online vragen zijn wellicht urgenter; vaak worden ‘next day deliveries’ beloofd om concurrerend te zijn. Echter, een lagere prioriteit voor leveringen aan fysieke winkels kan daar leiden tot tekorten en (indien niet centraal gecoördineerd) ongewenst bestelgedrag bij winkelmanagers om mogelijke tekorten te vermijden. De meeste softwaresystemen en traditionele modellen zien klanten als één pot nat, en dus is er ruimte voor het ontwikkelen van nieuwe modellen en strategieën.
Groothandel en retail worden concurrent
Producenten en groothandels kunnen hun markt vergroten door naast aan retailers direct aan consumenten te leveren, via een webshop. Echter, voor hen is het nog lastiger om veel klanten efficiënt te beleveren, aangezien het aantal voorraadpunten kleiner is en ze typisch verder verwijderd van de consument zitten. Samenwerking met retailers kan dan tot ketenvoordelen leiden. Echter, door de directe leveringen aan consumenten worden ze juist concurrenten van de retailers. Als die zowel hun eigen klanten beleveren en daarnaast de webshop-klanten van de producent/groothandel , dan zijn goede afspraken nodig omtrent prioriteiten voor leveringen aan de diverse klanten.
Het moge duidelijk zijn dat de beschreven samenwerking niet zonder complicaties is en alleen kan werken als het gepaard gaat met een verdienmodel waar zowel leverancier als detailhandel zich in kunnen vinden. Tegelijkertijd betekent het voorbij gaan aan zo’n mogelijke samenwerking dat producenten/groothandels significant meer voorraden aan moeten houden om snel aan webklanten te kunnen leveren.
Standaard voorraadregels niet geschikt
In bovenstaande situaties zijn de standaard voorraadregels niet meer geschikt om de juiste voorraadniveaus te bepalen. Buffervoorraden bijvoorbeeld worden normaliter berekend op basis van de vaste levertijd van een enkel kanaal. Er bestaan wel degelijk kennis en modellen over enerzijds zogenaamde ‘multi-echelon’-netwerken van meerdere voorraadpunten en anderzijds meerdere vraagsegmenten het verschillende prioriteiten. Die bieden aanknopingspunten voor het omgaan met meerdere afzetkanalen, maar zijn niet 1-op-1 over te zetten op een omnichannel-situatie.
Nationale Voorraaddag
Om zowel de kennis als de praktijk een stap verder te brengen is het van groot belang om ervaringen uit te wisselen. De Nationale Voorraaddag op donderdag 8 juni in Putten is daar de perfecte plek voor en dus raad ik u deelname van harte aan. Wellicht komen we elkaar dan ook tegen. Deelname is gratis en los van de besproken materie is het een mooie gelegenheid om te netwerken en van elkaar te leren over voorraadbeheersing.
Login om te reageren op dit artikel