To Stock or Not to Stock, that 's the Question...

Planners hebben het niet gemakkelijk momenteel: forecasting is in de huidige tijd best een uitdaging. En heb je – ‘ein-de-lijk de beloofde productie uit het verre oosten op een boot (na een rib uit je lijf betaald te hebben voor een container), blijkt het Suezkanaal eventjes geblokkeerd… Dagelijkse kost voor een planner, nietwaar? Met de huidige problematieken omtrent lange levertijden en sterk wisselende vraag, wordt de vraag van het wel of niet op voorraad hebben van een artikel een steeds belangrijkere vraag.

Zeker bij de groothandelsklanten, waar ik veel kom. Immers, de meerwaarde (of misschien wel het bestaansrecht) van een groothandel is uiteraard het snel kunnen leveren van verschillende items in kleine(re) hoeveelheden.

Dat wil echter niet zeggen dat een planner dan ook maar alles op voorraad hoeft te houden. Zeker niet!

Natuurlijk zullen de sales collega’s het super belangrijk vinden om zoveel mogelijk op voorraad te hebben liggen. Voor de bingo kaarten met meest gehoorde argumenten:

• deze klant is écht super belangrijk.
• zonder dit artikel gaat de hele deal niet door
• alle concurrenten leveren dit product OOK
• dit artikel is zeker niet vergelijkbaar met het artikel wat wij al in het assortiment hebben
• maakt dit ene artikel extra in het assortiment nu zoveel uit?

Maar feit blijft dat het veel efficiënter, goedkoper en beter kan, als het assortiment binnen de perken gehouden wordt.

Uiteraard is het belangrijk om te zorgen dat je het juiste productaanbod hebt voor je klanten. Maar dit hoeft dan niet automatisch te betekenen, dat je het gehele assortiment ook standaard op voorraad hebt liggen. Sommige artikelen lenen zich uitstekend om pas te bestellen als de klant de order heeft geplaatst. En dan leveren we dit product volgende week al. (Zie hier het psychologisch effect: als ik had geschreven, dat het er pas na een week is).

De spelregels

Het bepalen of een artikel voorraad- gestuurd of ordergestuurd gepland zou moeten worden, hangt natuurlijk van heel veel verschillende dingen af. Denk maar aan zaken, zoals:

• is het een artikel voor maar 1 klant of wordt het artikel door heel veel verschillende klanten gekocht?
• wat is de prijs en de levertijd van het artikel?
• welke marge wordt gemaakt op het artikel?
• Worden er bij deze leverancier ook nog andere artikelen gekocht?
• wat is de minimale afname hoeveelheid voor dit artikel bij de leverancier?

Het is heel verstandig, om het assorti­ments-en voorraadbeleid binnen je organisatie vast te leggen:

Wat zijn de ‘spelregels’ voor het in het assortiment opnemen van een artikel en wat zijn de criteria voor het op voorraad nemen. Dat maakt het voor de hele organisatie heel transparant wanneer een artikel opgenomen kan worden in het assortiment en wanneer het ook direct uit voorraad geleverd kan worden.

Je zult je verbazen over het aantal bedrijven, waar deze spelregels helemaal niet zijn vastgelegd. Over het algemeen geldt dat het recht van de sterkste (ofwel: van diegene met de grootste mond). En om de één of andere reden, zijn dat zelden de mensen van de supply chain afdeling.

Groot voordeel van het vastleggen van deze spelregels, is dat je dan ook e.e.a. kunt gaan automatiseren, qua rapportages en signaleringen van artikelen die in- dan wel uitgefaseerd dienen te gaan worden. Wil het zeggen, dat je dan nooit meer discussie hebt? Uiteraard niet; maar het zorgt wel voor een stuk rust en focus. En een planner hoeft zich dus niet steeds af te vragen: moet ik deze nu op voorraad nemen? Of toch niet…?

Wil je een idee hebben over welke criteria je kunt gebruiken voor het opstellen van een dergelijk voorraad- en assortimentsbeleid? In mijn volgende blog neem ik je mee in de wereld van deze criteria.